Dis is het archief van de Jonge Onderzoekers Arnhem, afgekort DJOA.
Het papieren archief beslaat voornamelijk de periode 1971 – 1979 en de laatste jaren.
Daarnaast zijn er nog de nodige kranten knipsels, uit de hele periode aanwezig. Zie het album Kranten knipsel hieronder.
Maar het is slechts een gedeelte van wat er ooit geweest is, zelf schat ik het op 20%.
Met dank aan Wilko Bulte en Jeannette Kolkman, die het papieren archief en het foto archief hebben gered en bewaard.
Het papieren archief is bij Fred Melgert en Jeannette Kolkman.
Alle ex leden en medewerkers, laat weten waar je bent, geef je email adres door aan [djo (at) efmer (dot) eu].
Wie nog meer in zijn bezit heeft, neem contact op.
Het archief werd en wordt ingescand door Fred Melgert.
Ik ben op zoek naar beschrijvingen bij de foto's, namen, locatie. Stuur
deze informatie naar het contact adres.
Het papieren archief is ingescand en hier
beschikbaar.
Er is nog een archief van de administratie en is op aanvraag beschikbaar.
Wat mist in het papieren archief, zijn vliegtuig modelbouw tekeningen,
deze waren veel te groot voor een scanner.
Leden/medewerkers, die we tot nog toe gevonden hebben:
Jacob Beeksma,
Wilko Bulte,
Yolanda ter Horst,
Luciano Kuiper,
Renato Kuiper,
Jeannette Kolkman,
Sjoerd Looijs,
Leo van Loon,
Fred Melgert,
Richard Mensink,
Bastiaan Mooimans,
Mark Overmeer,
Sander Vossen,
René de Vries,
Gerard Willemsen,
Robert Willemsen.
Ton den Hartog.
Diederik den Hartog.
Het verhaal van Fred
Melgert:
Ik ben samen met een vriend gaan kijken bij DJO, op de zolderkamer van
het PBNA gebouw.
Daar ben ik lid geworden en kwam ik door Leo verder in contact met
elektronica.
Leo de man van de spijkerborden en de flip flops (knipperende lampjes).
Het duurde wel een paar jaar voordat ik werkelijk begreep hoe de flip
flop nu precies werkte.
Van een oude telefooncentrale kregen wij een stapel stappenrelais,
aangestuurd door een telefoon draaischijf.
Ik had het idee dat je daar wel een rekenmachine mee kon maken.
De relais hadden fiets lampjes als uitlezing.
Bij het testen gingen direct alle lampjes in rook op.
Van de Graaf stond er in paniek bij, dat koste geld.
Daarna werkte de rekenmachine met veel lawaai, door op de start knop te
drukken om een berekening uit te voeren.
Het idee ontstond om in navolging van DJO Nijmegen een computer te
bouwen.
Volgens Leo was een 6800 een beter idee dan de Intel CPU die ze in
Nijmegen gebruikten.
De computer werd geheel op experimenteer (gaatjes) print gebouwd. Wire
wrap draad werd gebruikt om verbinding te maken. Op de goedkope manier,
met de tanden draad afstrippen en solderen.
Een ongelooflijke kluwe draad van de zelfde kleur geel.
De computer had nog geen vast geheugen, dus werd het programma er
telkens opnieuw ingetikt.
In octaal wel te verstaan.
Als uitlezing fungeerde eerst een 7 segment display, later een
uitlezing op een omgebouwde tv, op de video ingang.
Later werd een eprom programmer gebouwd, zodat je de computer direct op
kon starten met een direct werkend programma.
Een tape recorder was helemaal het summum, je kon een programma bewaren
en weer terug lezen.
Een afgedankte regeldrukker, van ongelooflijke afmetingen en zwaar.
Deze kon niet op de houten vloer, maar stond op houten vlonder om het
gewicht goed te verdelen.
Bij het demonteren, dacht ik, die grote zware trafo laten we mooi staan.
Dat was dus een probleem, de regeldrukker werkte niet op normale
netspanning.
De trafo werd met veel moeite weer terug bemachtigd. In de kofferbak
van de Peugeot, waarvan later door het gewicht, de schokbreker het
begaf.
Toen bleek dat we geen geschikte stroom aansluiting hadden. Dus een
kabel helemaal naar beneden door de koker gelegd, om krachtstroom uit
de groepen kast te halen.
Ik had de voeding wel afgekoppeld, maar niet goed opgeschreven hoe.
Dus bij het aansluiten vlogen alle transistors er dus uit.
Dat waren er een heleboel en veel werk.
De printer was van Bull, dus Franse documentatie.
Ik had geen idee hoe dat ding werkte, dus een hoop puzzel werk om de
interface te maken met de computer.
Er kwam een digitaal signaal terug, van de trommel, deze gaf de positie
aan.
Door op het juiste moment in een soort schuifregister de letters van de
regel in te sturen, werd de regel in een omwenteling afgedrukt.
Het ding had een magnetische koppeling, die geregeld uit elkaar moest
voor onderhoud.
Maar al met al, een imposant apparaat om te zien printen.
De computer had te weinig geheugen, dus werd er nog een kast bij gezet,
iets groter dan een huidige computer.
Daarin zaten zelfgemaakte kaarten formaat A4, enkelzijdig met let wel
1K byte geheugen per kaart.
Maar 1K in machine taal is veel, heel veel.
Je kunt me nog wakker maken en vragen wat de octale code is voor BEQ.
Samen met een HTS kregen wij een afgedankte computer. Wij kregen de
restjes, magnetisch geheugen. In twee vormen, een op schijf en een op
magneetband.
De schijven waren groot, een meter of 3 in alle richtingen. Deze hebben
we al rollend over de weg naar DJO gebracht, tussen de auto's door.
Een apparaat, het mooiste, de magneetband, moesten we weer afstaan aan
de HTS, die konden de computer anders niet aan de praat krijgen.
Wij kregen er 2 andere, oudere voor in de plaats.
Prachtig stuk techniek, een stofzuiger met 2 krachtige motoren om de
magneetband te laten draaien.
In vergelijking was de aansturing vrij simpel, wat een verbetering met
de tape recorder.
Dit was iets sneller, maar veel betrouwbaarder.
Tussen al deze projecten, gaf ik ook nog cursussen computer
programmeren in Basic en machinetaal.
Waarschijnlijk niet de beste geduldige leraar, maar ik krijg toch de
indruk dat ze wel iets opgestoken hebben.
Met dank aan Leo van Loon, zonder zijn hulp was dit nooit gelukt.